Er loopt een spoorlijn langs een rechte lijn van A naar B. Halverwege deze spoorlijn ligt het stadje C. Station D ligt even ver van A als van C en C ligt even ver van D als van B.
Het is 15 km van A tot D.
Hoeveel km is het van A tot B?
Neem aan dat alle spoorlijnen langs rechte lijnen lopen.